Bibliographie waarneming.nl D'Haeseleer (2009) p48 De invloed van verstedelijking op wilde Bijengemeenschappen citeert uit Krunic et al., 2005
Commentaires
« C'est un genre qui regroupe en Belgique 3 espèces dont A. anthrax est la plus répandue, les 2 autres étant très rarement observées. Les larves sont parasites des nids d'abeilles et de guêpes solitaires. A. anthrax se caractérise par le dessin alaire caractéristique ou la plage noire, couvrant près de 2/3 de la surface des ailes
qui sont
dépourvues de taches translucides.
Comparés aux bombyles ''classiques'' (par ex. Bombylius major), les Anthrax (tout comme les Villa) ont une trompe très courte. C'est un très beau diptère, surtout quand il est fraichement éclos et que l'abdomen porte encore ses écailles argentées. » Jean-Yves Baugnée.
«Vrouwtjes van deze vlieg worden aangetrokken door het kleurcontrast dat gecreëerd wordt door een zwarte schijf op een anders gekleurde achtergrond. Vrouwtjes van A. anthrax zweven voor de nestingang en gooien dan een eitje recht in het nest. Dit gebeurt door een snelle zwaai met het uiteinde van het achterlijf.» (D'Haeseleer (2009))
Biotopes
Parasiet van solitaire
bijtjes (Osmia ed.). Eitjes worden aan de ingang gedeponeerd. Larven eten de voorraad op en zuigen daarna de bij-larven uit (natuurpuntzemst).
Observations
26/06/2008, tuin Stroobantsstraat, 1 ex. voortdurend in de buurt van een balk met voorgeboorde gaatjes voor metselwespen, BH.
29/05/2004, parc du Doolegt, travail de gestion de la CEBE, Détermination d'après photo de Jean-Yves Baugnée de l'Observatoire de la Faune, de la Flore et des Habitats de Gembloux, AD.