www.bladmineerders.nl: «Men heeft lang verondersteld dat Ph. pastinacae Hendel een synoniem was vas Ph. spondylii. Griffiths (1973b) ontdekte echter minitieuze maar constante verschillen in de mannelijke genitaliën. Beide soorten leven op zowel berenklauw als pastinaak, en er zijn vooralsnog geen verschilkenmerken bekend bij larven, puparia of mijnen. .»
Commentaires
La larve de ce diptère mine les feuilles de diverses ombellifères comme la Berce et le Panais.
De verlaten mijn kan soms nog in de winter worden waargenomen met gaatje op het uiteinde van de gangmijn: «De larve verlaat voor de verpopping de mijn via een boogvormige snede in de onderepidermis. Het puparium blijft soms aan het blad kleven.» (bladmineerders.nl), 18nov10BH.
Observations
21/11/2009, Moeraske waarnemingen.be - observations.be, BH.
05/2005, 11/2005, Moeraske, Parc Walckiers et friche le long du chemin de fer.