Bibliographie
Livre : Les Papillons de France et d'Europe, David Carter.
Commentaires
Spanwijdte - Envergure 60-70mm.
Belangrijkste kenmerk volgens waarneming.nl: « Bij het groot koolwitje loopt de vleugelvlek op de punt van de bovenkant van de voorvleugel voorbij de zwarte stip in het midden van de vleugel. » Vlindernet.nl voegt daar nog aan toe dat de aders op de onderkant van de achtervleugel niet grijsgroen bestoven zijn zoals bij het Klein geaderd koolwitje. Volgens wikipedia.nl verschillen ook de geslachten: « De generaties verschillen van elkaar doordat de eerste generatie vrouwtjes twee duidelijk zwarte stippen heeft, terwijl die bij de tweede generatie zijn versmolten tot een zwarte band op de voorvleugel. De mannetjes van de eerste generatie hebben een donkere vleugeltip en twee grijze stippen en bij de tweede generatie zijn die twee stippen zwart. »
« A rather common species throughout Belgium. It was formerly more widespread. « (Catalogue of the Lepidoptera of Belgium)
Papillon blanc très commun, en général difficile à approcher car il se pose très peu de temps.
Les taches noires du bord de l'ailes sont mieux marquées chez les femelles que chez les femelles des autres piérides. La détermination de la chenille ne pose aucune difficultée.
Biotopes
« Brassicaceae, but also Tropaeolaceae, Capparaceae » (leps.it)
Observations
03/07/2007, 1 volwassen ex., tuin Stroobantsstraat (
Moeraske),
onder een lichtkoepel, BH.
12/04/2007, Houtweg, MM.
09/2005, jardin voisin du Moeraske mangeant des feuilles de Capucine, AD.
10/2004, chenilles dans le potager sur le chou cultivé.
07/09/2004, Jean-Yves Baugnée & Gilles San Martin, Hof ter Muscchen, roselière.